Coachen of trainen?

Soms is het verschil niet helemaal duidelijk, want de termen worden door elkaar gebruikt. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen een trainer en een coach? Ik ga proberen om het uit te leggen.

Trainer

Een trainer is iemand die jou bij de hand neemt en jou stap voor stap de weg verteld naar het doel dat je wilt bereiken. Een voetbaltrainer vertelt je hoe je de bal moet raken en waar om hem op de juiste plek op het veld of in het goal te krijgen. Waar je je voeten moet zetten en hoe je je lichaam moet houden om hem op zijn plek te krijgen.

Een tennistrainer vertelt jou hoe je met je racket een bal moet raken en waar je de bal moet raken om hem met effect op de juiste plek op de baan te krijgen en je tegenstander te verslaan.

Een leraar of lerares is ook een trainer. Al vanaf groep 1 tot en met het moment dat je uitgeleerd bent, nemen zij je aan de hand mee om jou te vertellen wat je moet doen en waarom. Wijk je daarvan af, dan volgen er consequenties in de vorm van lagere cijfers.

Coach

Een coach is iemand die jou vertelt, wat de weg is die je mag lopen, door welke deur je mag gaan, maar daarna aan jou de keuze laat of jij die deur wilt openen en of jij die weg wilt gaan. Met andere woorden, een coach laat het aan jou over om jouw toekomst te leiden. Geen navigatiesysteem die stap voor stap de weg wijst. Een coach is er altijd voor jou, mocht je twijfelen aan je beslissing, dan is hij of zij er om via slimme vragen jou weer aan het denken te krijgen. Door dat denken ga je zelf bepalen welke kant je uit wilt, omdat je via de antwoorden op de vragen bij jezelf gekeken hebt wat je wilt.

Een coach zal nooit zeggen dat je iets moet doen, maar vragen wat je zou willen doen, daarmee jou de kans geven om via je hoofd en je hart te gaan kijken of wat je aan het doen bent wel is wat je wilt. Maar hij zal nooit zeggen dat wat je doet verkeerd is. Want het is tenslotte altijd jouw keuze.

 
Omgeving

Jouw omgeving is goed in het bepalen wat goed is voor je. Dat begint bij je ouders, dan je klasgenoten en leraren/leraressen, dan je collega’s en je gezin. Vaak volg je het op, want zij zijn ouder en wijzer en zij zullen het allemaal wel weten. Je gezin bepaalt wat je doet omdat er een afhankelijkheid is ontstaan van jouw baan en salaris. Maar zit jij wel bij de juiste werkgever en wat zegt jouw lichaam? Ga je elke ochtend met plezier naar je werk, kom je zo moe thuis dat je alleen maar wilt zitten en slapen? Dat zijn allemaal indicatoren waarmee je kunt kijken of je wel op z’n plek zit. Maar de belangrijkste indicator ben jij. Jij bepaalt tenslotte of jij goed in je vel zit. Collega’s kunnen een factor zijn om op je plek te blijven, maar mogen nooit bepalend zijn of je ergens blijft.

Probeer een keus te maken en laat je niet leiden door dat mooie salaris of die mooie secundaire arbeidsvoorwaarden. Het is allemaal leuk en aardig, maar mag nooit leidend zijn. Zodra het op werken gaat lijken, dan moet je wat anders gaan doen.